Friday 22 June 2007

Weg uit Gaza

By Nausicaa Marbe

Waar rook is, is vuur. Dat spreekwoord kwam vorige week in Gaza tot leven. Ik stond aan de Israëlische kant van de grens vlakbij Sderot en keek naar de overkant: dorre natuur. Misleidend vreedzaam, zoals natuur nu eenmaal is. Ineens verschenen rookwolken in de bebouwde verte. Daarna volgde een explosie, en nóg een – artillerie. Meer rook, hoger en zwarter. Voor mijn voeten kroop een hagedis, aan de overkant kropen bebloede gewonden door het puin. In de krant, later, waren de slachtoffers slechts cijfers in de countdown van het Hamas-Fatah conflict.

De volgende dag sprak ik in Jeruzalem Palestijnse en Israëlische journalisten over oorlog en vrede. Iemand kreeg een SMS uit Gaza: de zege van Hamas was nog een kwestie van uren. Hamastan, de hel op Palestijnse aarde, was een feit. Unaniem uitten de journalisten hun vertwijfeling. Ze wilden al een tijd niet meer naar Gaza. Hun motivatie bleek begrijpelijk onprofessioneel; ze vreesden ontvoerd of vermoord te worden. Hana Beris, Israëlisch correspondente voor Latijs-Amerikaanse media, zei onomwonden: ‘Ik heb drie kinderen thuis.’ Verslaggever Avi Isacharoff liet zich graag gebruiken door Hamas en Fatah als die via zijn krant HaAretz verkapte boodschappen aan elkaar of de Israëlische regering toespeelden. Tegenwoordig doet hij dat per telefoon: ‘Voor mijn gezondheid en die van mijn gezin.’ Ook Elias Zananiri, voormalig onderhandelaar van het vredesakkoord van Geneve, oud-woordvoerder van Palestijnse ministeries en nu journalist in Oost-Jeruzalem, heeft geen trek meer in Hamas. ‘Bij de laatste zelfmoordaanslag huilde ik als een kind. Gaza is te riskant, maar ik zal nooit zeggen: wat daar gebeurt spreekt voor zich, beelden zijn niet nodig. Hamas heeft mijn idealen vernietigd. Ze willen geen Palestijnse staat, maar Iraanse nesten van jihad en sharia in het gehele Midden Oosten.’ Stellig: ‘Nooit onderhandelen met die lui.’

Hier was een kleine staking gaande, een weigering zich te laten leiden door Hamas’ moordzuchtige agenda, een duidelijk nee om het nieuws uit Gaza álle werkelijkheid te laten verdringen. Een houding die opgevat zou kunnen worden als een luxeprobleem van mensen die het zich kunnen permitteren: wegkijken van de humanitaire ramp Gaza. Maar gezien hun staat van dienst in het bevorderen van Israëlische en Palestijnse samenwerking en het analyseren van conflicten, zou dat een onterecht verwijt zijn. Wat hen allen ter harte ging, was de vaak clichématige, op sensatie gerichte verslaggeving over de regio, die leidt tot zwartwit-denken over het conflict.

Zananiri: ‘Ik wil voorkomen dat mensen in Palestijnen geweldsverslaafde terroristen zien en in Israeli’s haviken die vernederen en vernietigen.’ Hanna Siniora, uitgever en lid van de Palestijnse Nationale Raad, sprak zijn teleurstelling uit over het feit dat de pers afwezig bleef toen hij duizenden mensen mobiliseerde voor een vredesdemonstratie. De pers, ondervond hij, kijkt liever naar explosies. Als om deze woorden te beamen schrijft Newsweek deze week: ‘Het trieste antwoord is dat de meerderheid niet meetelt. De werkelijkheid wordt bepaald door een vastberaden minderheid: de aanslagpleger, de brigade met Quassamraketten.’ Is dat wel zo? Het was een meerderheid die Hamas ooit steunde. Dezelfde meerderheid kan nu het verschil uitmaken. Het grote nieuws kan elders schuilen dan in gemaskerde militieleden.
Dag na dag blijft het nieuws uit Israël en de Palestijnse gebieden verbluffen. Abbas geniet ineens wereldwijd steun, de benoeming van Salam Fayad als premier is een onberispelijke keuze. De regeringen van Israël en van de Palestijnen praten met elkaar, het geld wordt overgemaakt, vluchtelingen mogen weg uit Gaza. Gisteren nog een moedeloos stemmende impasse, vandaag, in de verte, perspectieven voor vrede. Natuurlijk kunnen deze verheugende feiten sombere waarheden verbergen. Hamas en Hezbollah gaan door, de Palestijnse civic society ligt in coma, Iran blijft een tijdbom, Israël houdt vast aan zijn nederzettingen. Toch vormt dit alles onvoldoende reden voor pessimisme en cynisme. Om een rigide blik te voorkomen, om tegenwicht te bieden aan drammers die de waarheid over het Midden-Oosten claimen, is de literatuur de beste gids. In zijn verhaal ‘De ware oorzaak van mijn grootmoeders dood’ maakt Amos Oz aanschouwelijk waartoe een betweterige, ongenadige blik kan leiden. De grootmoeder die aan smetvrees lijdt arriveert in 1933 in Jeruzalem, werpt ‘één verschrikte blik’ op de smoezelige straten en velt een definitief oordeel: ‘De Levant zit vol microben.’ Ze overlijdt een kwart eeuw later. Aan haar afkeer.

1 comment:

MariusDobrin said...

I search an email addrees of Nausicaa Marbe for a friend of his childhood in Romania...
Thanks,
Marius Dobrin
marius_dobrin@yahoo.com